top of page

Assonantie

 

De rijmvorm waarbij klinkers of tweeklanken worden herhaald. Bijvoorbeeld: `bomen` en `rozen`. Een ander voorbeeld: de `i` in het vers van Kloos: Zooals daarginds, aan stille blauwe lucht, Zilveren-zacht, de half ontloken maan Bloeit... Het effect van assonantie is niet altijd van dezelfde aard In het gegeven voorbeeld steunt de assonantie het ritm

Alliteratie 

 

De stafrijm; herhaling van de beginklank van geaccentueerde lettergrepen; opeenvolgende zinnen of alinea`s met logisch op elkaar volgende getallen Het heeft dikwijls een sterk ritmisch effect, zoals in het volgende citaat van Gossaert: Hoe loodzwaar woog de last van `t lage wolkenhangen of het voorbeeld van Gezelle: Geteld, nu tokt zijn taalgetik D

 

Manelijke Rijm 

 

Eindrijm waarbij de versregel eindigt op de rijmende beklemtoonde lettergreep die de nadruk krijgt. Op de beklemtoonde rijmende lettergreep volgt dus geen andere meer. Voorbeeld: kijk lijk Staand rijm is het synoniem voor mannelijk rijm. Andere vormen van rijm zijn vrouwelijk of slepend rijm en glijdend rijm: zie daar!

 

Vrouwelijke Rijm 

 

Rijm waarbij sprake is van een toonloze lettergreep, die volgt op de rijmende lettergreep. Vrouwelijk rijm is het synoniem voor slepend rijm. Voorbeeld: dijken kijken Andere vormen van rijm zijn het mannelijk of staand rijm en het glijdend rijm: zie daar.

Rijmschema

 

Het schema van de rangschikking, opeenvolging en/of afwisseling van de rijmen. De meest bekende rijmschema's zijn: slagrijm A-A-A-A gepaard rijm A-A-B-B gekruist rijm A-B-A-B [limerick A-A-B-B-A] omarmend rijm A-B-B-A gebroken rijm A-B-A-C maar ook A-B-C-B verspringend rijm A-B-C-A-B-C

 

 

Metafoor

 

Strikt genomen een stijlfiguur. Je vergelijkt A (iets dat je nog niet kent) met B (iets dat je wel goed kent), terwijl ze op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Een metafoor is WAAR en ook weer NIET WAAR. In de vergelijking streep je het deel `lijkt op` (is net als) wég. Zo wordt voetbal oorlog. Aangezien het een vergelijking is m

Personificatie

 

Uitbeelding van een abstract begrip door middel van een menselijke figuur, die herkenbaar is aan attributen . Moeilijk uit te beelden begrippen als deugden , ondeugden, de tijd, seizoenen, enzovoort zijn tot en met de achttiende eeuw vaak door personificaties weergegeven.

Metonymia

 

beeldpraak die niet berust op overeenkomst tussen beeld en dat wat ermee wordt `bedoeld` (het object), maar op een andere relatie, bijv. materiaal- voorwerp ( de ijzers voor de schaatsen, het leder voor de bal) of voorwerp voor de inhoud ( een glas voor bijv. wijn), of deel voor geheel. Bijv. Het was jaren geleden dat zij de ijzers onderbonden.

Hyperbool

 

Stijlfiguur waarbij men, soms in de vorm van beeldspraak, een uitspraak op overdreven manier kracht bijzet: ‘bliksemsnel’, ‘een zee van tranen’ e.d. In dit soort gevallen is de hyperbool een 

 

Ironie 

 

vorm van humor. Milde spot, waarbij het vaak het tegenovergestelde gezegd wordt van wat eigenlijk wordt bedoeld. "Wat ben je vroeg vandaag!" tegen iemand die anderhalf uur te laat komt.
Theo Kars verwijt Harry Mulisch wartaal en stuntelig Nederlands en geeft onder meer als voorbeeld: Ook het woord hopelijk is geen zuiver Nederlands.

 

 

bottom of page